7 September 2014 17:00 | Stadsschouwburg

Getuigenis van Vian Dakheel



Deel Op

Vian Dakheel

Yazidi Community, member of the Parliament, Iraq
 biografie

Dames en Heren,

Ik groet u in naam van de zonen van de minderheden in Irak, een groet die vermengd is met droefheid en onbeschrijfelijk leed.

U bent zonder twijfel op de hoogte van wat er gebeurd is met de zonen van het jezidi-geloof in Sinjar in Irak sinds het begin van augustus. Maar ik ben er bijna zeker van dat jullie niet op de hoogte gebracht werden van de details over de vreselijke misdaden tegen een vredelievende gemeenschap. Deze gemeenschap die in haar religieuze en sociale cultuur geen geweld of moord kent. Het jezidi-geloof was een van de oudste religies in Mesopotamië waarvan de wortels teruggaan tot het 3e millennium voor Christus.

Wat er gebeurd is met de jezidi in Sinjar, door de hand van de gevaarlijkste terroristische organisatie van deze tijd, is onverenigbaar met het besef dat we in het derde millennium leven.

Dierbare broers en zussen,

Er zijn 400 000 jezidi-migranten, waarvan 300 000 uit Sinjar. Er zijn ongeveer 3000 doden en de slachtoffers werden gedood door Daash (organisatie van de Islamitische Staat in Irak en het Oosten) of stierven van honger en dorst tijdens de eerste dagen van hun vlucht naar het Sinjar-gebergte.

Ongeveer 5000 mensen werden ontvoerd: mannen, vrouwen, kinderen, hele families. De meesten van hen werden gekidnapt door Daash in verschillende regio’s van Sinjar. Honderden meisjes werden verkracht en honderden verkocht, ze werden beschouwd als slaven en volgens Daash bestaat er een absoluut recht om hen zo te behandelen. Tientallen meisjes werden verkocht op de markten van Mossul voor $150 per meisje. Ongeveer 300 jonge meisjes werden verkocht in Syrië en de verkrachtingen blijven voortduren.

Weten jullie, dames en heren, dat de organisatie Daash zich terugtrok uit Ciba Shikhddr zo’n drie weken geleden zonder vechten om nadien terug te keren? Weten jullie dat de reden waarom ze vertrokken de geur van de dode lichamen van de zonen van het jezidi-geloof was? Mannen, vrouwen en kinderen werden door deze organisatie vermoord.

Weten jullie dat er in het dorp Kojo (25 km ten zuidoosten van Sinjar) een vreselijke slachting plaatsvond? Daash had het dorp omsingeld waar ongeveer 2000 jezidi wonen. Sommigen konden ontsnappen op een of andere manier, anderen waren verplicht te kiezen tussen de islam of afslachting.

Ondanks het feit dat verschillende mensen om hulp hadden geroepen, is niemand tussenbeide gekomen. Dus kon Daash het dorp innemen en 413 burgers terechtstellen: mannen, jongeren en zelfs jongens van amper 13 jaar. Allen gedood door de kogel. Daarnaast werden er ook mannen en vrouwen ontvoerd. Wat de bejaarden betreft, die werden verplicht om thuis te blijven want het was te moeilijk zich te verplaatsen voor de vlucht naar het Sinjar-gebergte. Ze werden samengebracht in een van de heiligdommen van het dorp Jdala (in het zuidoosten van Sinjar) en toen blies Daash het heiligdom op.

Het Sinjar-gebergte waar zo’n 25 000 families hun toevlucht hadden gezocht, kende een andere tragedie tijdens de invasie van Daasj in Sinjar. Al die families leden onder de hitte, honger en dorst terwijl Daash hen bleef bombarderen.

De tragedie op de berg duurde 10 dagen, en volgens informatie van jezidi-militanten vonden ongeveer 250 kinderen de dood.  De meesten onder hen baby’s. Dood door droogte en dorst. Tientallen mensen stierven door vergiftiging doordat ze bladeren van de bomen aten of niet-eetbare planten.

Op die berg stierven tientallen mensen door angst, vermoeidheid, dorst. Tientallen van onze mannen en jongeren werden gedood.

Wat er gebeurd is in Sinjar is een schande op het hoofd van elke mens die verraad pleegde aan zijn verplichting om de jezidi te helpen op het moment van de crisis.

Meer dan 120 000 mensen hebben alles achtergelaten. Ze hadden slechts heel weinig wapens, eenvoudige wapens. Elke steen van de berg Sinjar is getuige van de horror die daar plaatsvond. Elke boom op de berg weent bij het zien van het bloed van de kinderen van Sinjar, gestorven door dorst, en om de jonge meisjes die ontvoerd, verkracht en verkocht werden aan criminelen en aan huurlingen uit het buitenland die als afval zijn.

Wij, de jezidi, werden eerder in de geschiedenis al met massamoord geconfronteerd, en nu is dat opnieuw het geval.

Families werden ontvoerd en honderden kinderen verloren hun moeder en vader. Tientallen onder hen hebben hun hele familie verloren.

Tijdens heel deze geschiedenis hebben de jezidi’s nooit iemand aangevallen, wie dan ook. Maar we werden telkens het slachtoffer en betaalden telkens een hoge prijs met als enige reden dat we niet akkoord gingen met de religieuze meerderheid. Daarom mijn broers, lanceren we vanop deze plaats een appel aan de internationale gemeenschap:

 

1. We doen een beroep op de internationale autoriteiten die bevoegd zijn, de Liga van de Mensenrechten en de Veiligheidsraad van de UNO om een onderzoek in te richten naar het verloop van de massamoord die de jezidi’s trof;

2. We roepen de Westerse landen op om de immigratieprocedures voor jezidi’s te vergemakkelijken;

3. We roepen de internationale gemeenschap op om een internationale bescherming te organiseren in de vorm van vredestroepen om het geweld tegen de minderheden een halt toe te roepen in die zones waar ze zich bevinden;

4. We vragen om humanitaire hulp voor de 500 000 vluchtelingen en daklozen in de zones Sinjar en Ninive aan wie alles ontbreekt;

5. We roepen de internationale gemeenschap op om alles in het werk te stellen om de meer dan 5000 vrouwen en kinderen jezidi’s die ontvoerd werden door Daash en de honderden meisjes die verkracht werden te bevrijden!

Tot slot, dames en heren, moge de vrede de titel zijn van onze hoop voor de toekomst.

Hand in hand, het sektarisme weigerend, kunnen we dromen dat de vrede zich mag verspreiden in de nabije toekomst.